Sinds dit jaar gelden voor alle dronevliegers dezelfde regels in de Europese Unie: mensen die met een drone vliegen die zwaarder is dan 250 gram of een lichtere drone met een camera moeten zich verplicht registreren bij de RDW en een vliegbewijs halen. De nieuwe regelgeving moet het luchtruim veilig houden en daarnaast moet het meer ruimte creëren voor innovatieve toepassingen. Denk bijvoorbeeld aan het inspecteren van dijken, verkeerssituaties of toepassingen in de landbouw.
Ook voor filmmakers met een drone heeft de nieuwe wetgeving gevolgen. Omdat ik zelf met een DJI Mavic 2 Pro vlieg, heb ik dit voorjaar een opleiding via Droneclass.nl gevolgd. Voor mij ging het om het basiscertificaat A1-A3, verplicht voor elke dronepiloot die vliegt met een drone vanaf 250 gram in de open categorie. Daaronder vallen weer alle dronevluchten met drones onder de 25 kilogram, waarmee in het zicht van de piloot wordt gevlogen, niet in buurt van mensen en niet in gecontroleerd luchtruim. Na het succesvol voltooien van een kennistest met 40 vragen bij een erkende vliegschool, volgt registratie van je drone bij de RDW.
Wat zijn de regels?
Om alle regels goed te kennen, zul je dus een kennistest moeten afleggen. Zo weegt je drone bij het opstijgen maximaal 25 kilogram en vlieg je tot maximaal 120 meter hoogte. Daarnaast is het belangrijk dat de dronepiloot altijd zicht houdt op de drone. Dit noemen ze de visual line of sight (VLOS). Dronepiloten moeten daarnaast een vliegbewijs bij zich hebben als ze gaan vliegen. Het registratienummer moet op het apparaat bevestigd zijn.
Voordat je gaat vliegen, moet je op bijvoorbeeld deze kaart hebben gecontroleerd of je er mag vliegen. Handig, maar niet altijd leuk als je ziet dat je ergens niet mag vliegen. In Nederland zijn dat best veel gebieden. Vooral bij vliegvelden en rond Natura 2000-gebieden is het (vaak) niet mogelijk om je drone op te laten. Denk je dat je met de DJI mini of DJI mini 2 wél mag vliegen zonder certificaat, dan kom je bedrogen uit: drones met een camera vallen ook onder het basiscertificaat A1-A3.
Theorie en kennistest
Als je je certificaat via Droneclass.nl wilt halen, krijg je eerst een pakket met theorie. Nadat je al die theorie hebt doorgenomen, ben je wel een paar uur verder. De lesstof is niet heel ingewikkeld en na elk hoofdstuk volgt een aantal oefenvragen. Deze vragen zijn een uitstekende voorbereiding voor de afsluitende kennistest: een aantal vragen (of een variant ervan) komt ook terug in het examen. Haal je het de eerste keer niet, dan kun je de test gewoon herkansen. De theorie en de kennistest kostte me 99 euro (inclusief btw), daarnaast was ik nog eens 23 en 10 euro kwijt voor m’n registratie bij de RDW.
Dat herexamen had ik gelukkig niet nodig en daarom ben ik ook dit jaar gewoon weer inzetbaar voor het maken van luchtopnamen. Belangstelling? Neem dan vooral contact met mij op. Dat kan via dit formulier of de contactgegevens op die pagina. En een kleine geruststelling voor wie dacht dat bijgaande afbeelding met een drone was gemaakt: hier lees je hoe die foto tot stand is gekomen.