Het was een complete verrassing voor Nederland toen Annie Borckink precies dertig jaar geleden, op 14 februari 1980 de snelste tijd neerzette op de 1.500 meter schaatsen tijdens de Winterspelen in Lake Placid. De Duitse concurrentie liet ze ver achter zich, publiekslieveling Ria Visser won zilver.
“Hoe ouder je wordt, hoe meer je beseft wat voor prestatie je destijds hebt geleverd. Bijna niemand zag mijn overwinning aankomen. Ik was een outsider, maar had alles mee waar ik me prettig bij voelde. Ik was in topvorm, de concurrentie reed tijden waar ik niet van schrok en het sneeuwde die dag. Ik hou van sneeuw, dan voel ik me een ander mens. Dat werkte in m’n voordeel.”
“Het moment dat ik over de finish kwam en op het tijdbord keek, herinner ik me nog goed. De tijd liep door, waardoor ik niet precies wist wat mijn tijd was. Er moesten nog een aantal schaatsers na mij, maar de euforie werd steeds groter. Nadat het definitief werd dat ik goud had, drong het nog steeds niet tot me door. Er gaat op zo’n moment veel langs je heen.”
“De emotie kwam pas toen ik m’n familie aan de lijn had, die de wedstrijd in Nederland gevolgd had. Wat daarna kwam, maakte een nog veel grotere impact op mij. Ria Visser was niet zo blij dat ik goud pakte. Dat zou ik ook niet zijn, het liefst verlies je niet tegen je eigen landgenoten. Ze heeft me wel gefeliciteerd met m’n overwinning.”
“Later begon ik overigens te twijfelen aan m’n winst. Als je later in bed ligt, gaat er van alles door je kop. Ik snapte niet hoe ik had kunnen winnen. Mijn coach Ab Krook zag dat ik ergens mee zat en vroeg wat er aan de hand was. Ik vertelde hem dat ik niet begreep waarom de andere schaatssters zo’n slechte tijd neerzette. Met een smoes vroeg ik wanneer de uitslag van m’n bloedonderzoek binnenkwam waaruit zou blijken of ik verboden middelen had gebruikt. Hij stelde me toen gelukkig gerust. Ik had écht gewonnen!”
Annie Borckink (helemaal) links op het podium.