Eind vorig jaar ben ik na ruim 15 jaar DSLR-gebruik overgestapt op een digitale systeemcamera. In 2006 kocht ik mijn eerste spiegelreflexcamera (Canon EOS 350D), daarna versleet ik nog drie 5D’s en tegenwoordig fotografeer ik dus uitsluitend nog met de Canon R6. Wat zijn mijn bevindingen en was het de overstap waard?
De overgang van spiegelreflex naar een digitale systeemcamera voelde voor mij als een logische: sinds dit jaar is Canon namelijk gestopt met de ontwikkeling van DSLR’s en EF-lenzen. Enerzijds komt dat omdat de spiegelreflexcamera tegen zijn fysieke grenzen aanloopt (met name qua autofocus), anderzijds omdat systeemcamera’s de afgelopen jaren steeds beter zijn geworden. Ik kan me nog herinneren dat ik tien jaar geleden als camerarecensent voor consumentenwebsite BesteProduct diverse modellen mocht testen, waarbij vooral opviel dat de camera’s nogal traag waren ten opzichte van DSLR’s. Anno 2022 is dat volledig verleden tijd en zijn systeemcamera’s juist veel sneller.
Toch heb ik een tijd getwijfeld om over te stappen: mijn meest recente Canon, de EOS 5D Mark IV had ik pas in 2018 aangeschaft en deed het met slechts 17.000 clicks nog prima. Bovendien: de overstap van een Canon-spiegelreflex naar een systeemcamera vraagt – tenzij je een adapter koopt – om een flinke investering in nieuwe lenzen. De bekende EF-mount is namelijk ingewisseld voor het veel innovatievere RF-systeem. Canon omschrijft in dit artikel wat de voordelen zijn RF ten opzichte van het veel oudere EF-systeem. Zo zijn RF-lenzen veel lichter, stellen ze anders (en dichterbij) scherp en bevatten ze beeldstabilisatie. Dit laatste voordeel geeft je veel meer mogelijkheden in donkere omgevingen omdat je met langzamere sluitertijden kunt fotograferen.
Verschillen
Als je de specificaties van de Canon EOS 5D Mark IV en de Canon R6 naast elkaar legt, zie je dat laatstgenoemde op tal van punten wint. Zo heeft de R6 veel meer autofocuspunten (6072 vs. 61) en schiet de R6 maar liefst 13 foto’s méér per seconde. Op die autofocus ga ik straks verder in. Daarnaast heeft de body van de systeemcamera ingebouwde beeldstabilisatie, waardoor fotografie bij relatief langere sluitertijden makkelijker wordt.
Er zijn overigens ook nadelen: zo heeft de 5D Mark IV 30 megapixels, de R6 ‘slechts’ 20. Voor mij was dat overigens geen nadeel; zelden benutte ik de grote hoeveelheid megapixels van de 5D tijdens het nabewerken van mijn foto’s. En ik schiet ook geen foto’s voor grote reclameborden.
Als je onderstaande video bekijkt, krijg je een aardige indruk van de verschillen tussen de twee camera’s, zonder dat je je door lappen tekst of een dikke handleiding hoeft te worstelen:
Maar leiden al die positieve verschillen ook tot een betere ervaring? Ik las wat recensies van andere fotografen, informeerde bij enkele collega’s die al hadden gefotografeerd met de R6 en de duurdere R5 en nam vervolgens de proef op de som. Met een flinke korting kocht ik de R6, inclusief Canon Mount Adaper EF-EOS R zodat ik mijn oude EF-lenzen voorlopig nog kan blijven gebruiken.
Uiterlijk Canon R6
Wie ooit een DSLR van Canon in zijn handen heeft gehad, kan ook met Canon’s nieuwe systeemcamera’s uit de voeten. Veel knoppen werken hetzelfde, de menustructuur ziet er nog hetzelfde uit en ook de grip van de Canon R6 doet meteen denken aan de tijd dat je nog met een spiegelreflex fotografeerde.
Toch zijn er ook aanzienlijke verschillen: zo is de body een stuk kleiner en lichter (680 gram versus 890 gram). Voorheen leek het dan alsof je een goedkopere camerabody had, nu heeft Canon gewoon minder ruimte en onderdelen nodig om dezelfde, of misschien zelfs een betere performance neer te zetten. Zelf vind ik dat de Canon EOS 5D Mark IV nét wat prettiger in de hand ligt, maar dat is ongetwijfeld een kwestie van smaak. Ook oogt de body van de spiegelreflexcamera net wat meer solide ten opzichte van de ietwat plasticachtige look van de R6.
Zoeker en beeldscherm
Een ander groot verschil: de 5D-dslr heeft een optische zoeker, de R6 heeft een elektronische viewfinder. In simpele taal: bij de 5D Mark IV krijg je via de spiegel rechtstreeks te zien wat de lens opvangt, bij de R6 kijk je in feite naar een elektronisch schermpje in de zoeker. Het verschil is groter dan ik dacht; de optische zoeker heeft daarbij mijn lichte voorkeur. In bepaalde lichtomstandigheden flikkert de elektronische viewfinder ook, wat toch wel een beetje stoort tijdens het fotograferen.
Ook anders ten opzichte van de 5D Mark IV: de R6 heeft een uitklapbaar, kantelbaar schermpje, dat echter ook iets kleiner is dan de 5D (3 inch versus 3.2 inch, met allebei een even hoge schermresolutie van 1620k dots). Zelden miste ik een schermpje dat je kunt uitklappen, maar nu die op mijn nieuwe camera zit, is het toch best handig. Als je de instellingen van de camera optimaliseert, kun je het schermpje eventueel als een soort trackpad gebruiken om je autofocuspunt te verschuiven. Dit doe je door je vinger over het schermpje te schuiven. Een optie die niet veel van pas komt, maar die toch ook handig is: de R6 is stof- en waterbestendig, de 5D Mark IV niet.
De Canon R6 heeft dus significant meer autofocuspunten en dat is ook duidelijk te merken tijdens het fotograferen. De systeemcamera heeft een fantastische autofocus (AF) die ogen, gezichten en zelfs lichamen herkent, zowel van mensen als dieren. Sinds de update die eind 2021 werd uitgebracht, herkent de camera nog veel meer objecten zoals helmen en wintersportbrillen, maar ook voertuigen worden gedetecteerd. Ook een leuke optie is dat je op het scherm kunt aangeven op welk punt de camera moet focussen. Daarna maakt de camera direct een foto.
Beeldkwaliteit
Een eerlijke vergelijking tussen de Canon EOS 5D Mark IV en de Canon R6 qua beeldkwaliteit kan ik niet maken, daarvoor zou ik met beide camera’s dezelfde foto’s moeten maken. Toch heb ik het idee dat de R6 nét wat beter presteert op hogere ISO-waarden. Zonder problemen durf ik ISO’s tot 6400 te gebruiken, met m’n 5D Mark IV durfde ik dat minder snel aan. De maximale ISO-waarde op de R6 is ook hoger: 102.400 vs 204.800 ISO.
De Canon R6 heeft ook filmmogelijkheden en die zijn weer iets beter dan de Canon EOS 5D Mark IV. Ter vergelijking: De dslr filmt op 4K met maximaal 30 frames per seconde (fps), de R6 doet dat met maximaal 60 fps. In combinatie met een verbeterde autofocus, maakt dat voor mij dat de R6 een stuk interessanter is geworden. Toch is het geen volwaardige videocamera: je kunt ‘slechts’ maximaal 30 minuten achter elkaar filmen, als dan niet al je camera oververhit is geraakt. Ik heb dat zelf niet getest.
Conclusie
Zijn de verschillen tussen de Canon EOS 5D Mark IV en de Canon R6 dusdanig groot om een overstap te maken? Wat mij betreft wel, maar dat heeft vooral te maken met het soort foto-opdrachten dat ik doe langs rode lopers en tijdens evenementen. De veel snellere autofocus in combinatie met de ingebouwde beeldstabilisatie overtuigde mij tot aanschaf van de R6. Gezien de marginale verschillen qua beeldkwaliteit zou ik als hobbyist echter nog even wachten, want dan is de 2519 euro aanschafwaarde toch een flink bedrag.