De grens opzoeken

Vlakbij de Georgische stad Gori, ligt het rustieke miniplaatsje Ditsi. Het stelt niet meer voor dan een kronkelende straat, met wat kleine huisjes aan de weg. Sommigen hebben een stukje land aan hun huis, voor het verbouwen van groenten of voor het houden van vee. Auto’s rijden er nauwelijks, het zijn vooral de dure politiewagens die opvallen in het straatbeeld. Met een reden: onlangs verplaatsten Russische soldaten zonder toestemming de grens van het nabijgelegen conflictgebied Zuid-Ossetië met 300 meter richting Georgië, dwars door het grondgebied van Ditsi.

Geboeid geraakt door de regio, besluiten Gert-Jan en ik er eens een kijkje te nemen. Twee weken geleden werd er nog geprotesteerd, omdat de autoriteiten van Zuid-Ossetië hekken plaatsten op hun grondgebied. Het lijkt een nieuw hoofdstukje in het jarenlange conflict dat speelt tussen Georgië en het door Rusland gesteunde separatistische staatje. Zuid-Ossetië voerde in 1990 een heftige oorlog om de onafhankelijkheid, maar kreeg nooit internationale erkenning.

In augustus 2008 laaide het conflict opnieuw op: de kortstondige oorlog tussen Georgië en Zuid-Ossetië zorgde in dat jaar voor een nieuwe opleving van de strijd. De korte oorlog kreeg in Nederland onder meer de aandacht doordat RTL-cameraman Stan Storimans bij een van de bombardementen om het leven kwam. Het conflict tussen Georgië en Zuid-Ossetië is tot de dag van vandaag nooit beslecht.

Nieuwsgierig door de boeiende geschiedenis van het gebied, vertrekken Gert-Jan en ik vanuit Gori richting het grensgebied. Na het passeren van het grote blauwe plaatsnaambord, zien we vooral een heel normaal dorpje, met weinig bedrijvigheid op straat en een enkele Georgiër die op een stoel voor zijn huis zit. Niet lang daarna, doemt er aan het einde van het dorp een klein blokhutje op. Twee soldaten houden de wacht en turen richting onze auto.

We besluiten ons als naïeve toeristen te gedragen en vragen met onze vrolijkste glimlach of dit een grenspost is. “No English”, reageert één van de soldaten met een onderzoekende blik. Toch mogen we even meekomen naar zijn auto. De soldaat tovert een identiteitsbewijs uit zijn portemonnee en gebaart ons vriendelijk of wij hetzelfde willen doen. In de verte nadert een tweede politiewagen, die op een afstandje blijft staan.

“Gerrit Jan?” vraagt één van de soldaten, turend naar het paspoort. Ook mijn paspoort wordt onderworpen aan een korte studie. “Where you from?” “The Netherlands”, antwoord ik. Ik wijs hem de plek op het paspoort waar mijn nationaliteit staat vermeld. Nooit van gehoord, zie ik hem denken. Een tweede politiewagen passeert de grenspost en een man in uniform draait het raampje open. “Are you journalists?” Gert-Jan vertelt hem dat hij leraar is, mij wordt niets gevraagd.

Eén van de soldaten noteert onze namen in een schriftje. We denken dat daarmee de kous af is, maar we mogen nog even blijven. Na wat gebel over en weer, mag “Gerrit Jan” nog even telefonisch vertellen wat we hier komen doen en of we via een organisatie komen. Een derde politiewagen heeft zich inmiddels bij het gezelschap gevoegd. Een van de soldaten steekt een sigaret op en neemt nog eens de tijd om het vreemde gezelschap uit Nederland te bestuderen.

Na 5 minuten zijn we niet veel verder en mogen we rechtsomkeert maken. “Good bye”, glimlacht dezelfde soldaat die onze namen opschreef. De zes soldaten schudden ons de hand.

Een paar dagen later lezen we dat Russische grenswachters een vader en zoon hebben gearresteerd omdat zij hun vee lieten grazen rond het grensgebied met Zuid-Ossetië. Waarschijnlijk stonden ze aan de verkeerde kant van de door Rusland opnieuw gedefinieerde grens tussen Georgië en Zuid-Ossetië.

Dit verhaal werd eerder geschreven voor het boek ‘Op eigen benen’ van Gert-Jan Peddemors e.a. De docent fotografie aan de School voor Journalistiek in Utrecht werd vergezeld door zeven oud-studenten die verhalen maakten bij zijn foto’s. De reis van een half jaar werd voorafgegaan aan de vraag: “Hebben de voormalige satellietstaten van de Sovjet-Unie hun eigen identiteit kunnen terugvinden na de val van de Unie?”